Boeken & artikelen

Rouwdialogen: over Nick Cave & publieke rouw

Artikel



Hoe hervind je je identiteit na het rouwen? Neem een voorbeeld aan Nick Cave. Diens grote verdienste, betoogt Oscar van Gelderen, is dat hij met zijn Conversations-tournee een rouwdialoog aangaat.

 

In de zomer van 2015 verbleef ik met mijn vrouw en dochters in Italië. Ik las over de dood van Arthur Cave, de 15-jarige zoon van de Australische zanger Nick Cave. Arthur was van een klif gevallen, onder invloed van drugs, iets wat The Times niet kon nalaten in verband te brengen met de verderfelijke invloed van zijn vader (grootverbruiker van dope en door de muziekpers bestempeld als Prince of Darkness). De betreffende stukken werden overigens na protest van de website gehaald.

Diezelfde week las ik ook dat Morris, de 11-jarige zoon van een vriend uit het boekenvak, na drie jaar ziekte was overleden. De ontroerende boodschap op Facebook eindigde met deze drie zinnen: ‘Zondag maakte hij nog salto’s in het zwembad en nu is hij ons ontvallen. We houden zo ongelooflijk veel van hem. Hij hield van likes.’

Een publieke uitnodiging tot rouwbetuiging: ook ik – sinds 2013 wees en misschien wel daardoor extra gevoelig voor andermans verlies – likete het bericht.

Ik las die week ook over het werk van de Japanse fotograaf Masahisa Fukase (1934-2012), die, nadat zijn muze Yoko – die hij jarenlang iedere dag fotografeerde – hem had verlaten, in een diepe depressie verzeild raakte. Fukase ging zich toeleggen op het fotograferen van kraaien, kwam in een bar ten val en overleed, na twintig jaar in coma te hebben gelegen.

Rouw en (verlies van) liefde: onlosmakelijk met elkaar verbonden, maar daarover later meer.

Volgens Sigmund Freud is ‘verdriet onze reactie op een verlies, en is rouw de wijze waarop we dat verlies verwerken’. Rouw is niet pathologisch, volgens Freud (een betwiste opvatting, zo’n 10 procent van de rouwenden ontwikkelt na slecht doorlopen ‘rouwarbeid’ alsnog pathologisch gedrag). Gedrag dat je normaliter de wenkbrauwen zou doen fronsen, wordt onder de vlag ‘rouw’ geaccepteerd – in de veronderstelling dat rouw eindig is en dat iemand er wel overheen groeit. Hier speelt overigens vooral wensdenken van de omgeving een rol, en is er vaak weinig coulance voor de rouwende (die niet te lang mag rouwen, maar ook niet te snel opnieuw verliefd mag worden). ‘Verdriet duurt langer dan medeleven’, zei psychiater Andries van Dantzig ooit treffend, in een radiogesprek met Ischa Meijer.

In het oer-rouwboek Het jaar van magisch denken, het beklemmende verslag van de rouw om haar in 2003 overleden echtgenoot John Dunne, schreef de Amerikaanse auteur Joan Didion: ‘Het ligt in onze aard dat we bij het rouwen om ons verlies hoe dan ook óók rouwen om onszelf. Om hoe we waren. Om hoe we niet meer zijn. Zoals we eens helemaal niet meer zullen zijn.’

Als we rouwen, rouwen we om het verlies van de ander én om het verlies in ons leven van die ander, om wat die ander voor ons betekende, maar ook om wat we voor die ander betekenden.

Het verlies van de ander is dus tevens het verlies van een deel van onszelf: ‘Voor geliefden geldt de harde wet: zodra het wij verdwenen is dondert het ik in elkaar’, omschrijft Connie Palmen in Logboek van een onbarmhartig jaar (over het jaar van rouw na de dood van haar man Hans van Mierlo).

Als we liefhebben, dan rouwen we

Drie jaar na het overlijden van Arthur Cave, in 2018, las ik op The Red Hand Files, de site waarop Nick Cave in gesprek gaat met fans, zijn antwoord op een essentiële vraag: ‘Hebben jij en Susie het gevoel dat Arthur in jullie aanwezigheid verkeert, en op de een of andere wijze met jullie communiceert?’

Cave antwoordde: 

‘Dit is echt een prachtige vraag en ik ben dankbaar dat je ’m hebt gesteld. Het lijkt mij, dat als we liefhebben, we rouwen. Dat is de deal. Dat is de afspraak. Rouw en liefde zijn voor altijd met elkaar vervlochten. Rouw is de vreselijke herinnering aan de krochten van onze liefde en net als liefde is rouw niet-onderhandelbaar. Rouw is zo omvangrijk dat het ons minuscule zelf overspoelt. We zijn kleine, trillende groepjes atomen die deel uitmaken van de overdonderende aanwezigheid van verdriet. Het bezet de kern van ons wezen en strekt zich uit door onze vingers tot aan de grenzen van het heelal. In die kolkende wervelwind bevindt zich waanzin in allerlei gedaanten: spoken, geesten en droombezoeken, en al het andere dat wij, in onze angst, in het leven roepen. Het zijn geschenken die net zo kostbaar en echt zijn als we maar willen. Het zijn de geestelijke gidsen die ons uit de duisternis leiden.

‘Ik voel de aanwezigheid van mijn zoon overal, maar hij is er waarschijnlijk niet. Ik hoor hem tegen me praten, me bevaderen, me begeleiden, hoewel hij er misschien niet is. Hij bezoekt Susie regelmatig in haar slaap, praat tegen haar, troost haar, maar hij is er misschien niet. Na afschuwelijke rouw verschijnen er opgewekte fantomen. Deze geesten zijn in essentie ideeën. Het is onze verbijsterde verbeelding die na een drama weer tot leven komt. Net als ideeën spreken deze geesten over mogelijkheden. Volg je ideeën, want aan de andere kant van het idee is er verandering, groei en verlossing. Breng je geesten tot leven. Roep naar ze, praat met ze. Het zijn hun onwerkelijke en spookachtige handen die ons terughalen naar de wereld waar we uit waren gekieperd; beter geworden, onvoorstelbaar veranderd.’

Alles wat ons overkomt, staat uiteindelijk in het teken van anticiperend verdriet. Wat we bezitten, kunnen we verliezen. Liefde is het gat dat overblijft na verlies, en dat niet opgevuld kan worden. Daarom kan rouw ook nooit gecompleteerd, afgerond worden.

Rouw verloopt niet lineair, en al zeker niet generiek: het pad is hyperpersoonlijk en hangt ook nog eens af van de persoon om wie we rouwen (en dus om onszelf). Daarnaast bestaat er tegenwoordig minder consensus dat je bij rouw allerlei stadia (ongeloof, verbijstering, ontkenning, woede, magisch denken, depressie en acceptatie) dient te doorlopen: rouw is niet eindig, rouw is voor ieder individu anders, rouw is veelkleurig (de oorzaak, om wie we rouwen) en is niet voorbehouden aan mensen (je kunt evenveel, en soms zelfs meer, om dieren rouwen). Je kunt ook rouwen (en je schamen) om scheidingen, verloren oorlogen, nederlagen in de sport of politiek, allerlei identiteitskwesties, en je kunt, indachtig wijlen psychiater Louis Tas, rouwen om het te boven komen van bijvoorbeeld een drankverslaving: ‘Het is toch een oude vriend die je voor altijd op de trein zet.’

Psycholoog Manu Keirse gelooft niet meer in klassieke rouwverwerking. ‘Je kunt hoogstens een verlies overleven’, zegt hij. Hij stelt ook: ‘Mensen rouwen elk op een eigen manier en er is geen duidelijk afgebakend eindpunt. Het eindresultaat van de rouwarbeid is integreren en herinneren, niet vergeten. De relatie groeit verder na het sterven.’

In haar venijnige recensie in NRC Handelsblad van Connie Palmens Logboek van een onbarmhartig jaar – dat kan worden gezien als de Nederlandse pendant van Joan Didions memoir – merkt Elsbeth Etty op dat ‘de publicatie van een boek als dit te typeren is als exploitatie van intiem kapitaal’. Een mijns inziens onterecht (en in de kern financieel) verwijt: rouw als businessmodel.

Als je de mensheid tegen betaling geluk mag beloven (door middel van cognitieve gedragstherapie, diëten, selfhelp, mindfulness et cetera), waarom zouden we dan niet hoeven te betalen voor ongeluk, voor onversneden rouw? Sterker: is het deelgenoot maken van rouw en verlies – via boeken, films, optredens en series als Dead to Me of After Life van Ricky Gervais – niet een veel oprechtere ‘exploitatie’ van de medemens dan ze worsten en roze wolken in het vooruitzicht te stellen?

In alle onderzoeken naar rouw en verdriet komt een aantal zaken bovendrijven: er zijn door de individualisering van de samenleving minder rouwrituelen (vroeger was iemand visueel herkenbaar als rouwende; daarnaast werd de rouw gedeeld met de gemeenschap waarin je leefde) en een verlies aan fysiek (offline) contact wordt nu deels digitaal (online) gecompenseerd. Facebook en Instagram staan vol met gedeelde rouw, er zijn speciale Facebookgroepen (zoals Grief Speaks Out, met 2,5 miljoen leden) en websites (zoals Modern Loss) waar je terecht kunt.

In een recente column over een vriendin die werd getroffen door een onbehandelbare vorm van kanker, schrijft journalist Eva Hoeke: ‘Berichtje in de appgroep voor familie, vrienden, collega’s. Carlijn is aan het typen. Even later staren vijftig ogen tegelijk naar het woord ‘uitzaaiingen’.’ Een fraai en ontroerend staaltje anticiperend verdriet, dat massaal werd gedeeld en – terecht – veel bijval kreeg: van WhatsApp naar publieke rouwdialoog.

Kankerpatiënt Hans Nijhof danste ‘een tango op een leven met kanker’, in een dialoog met zijn meer dan zevenduizend volgers, die hij een jaar lang op de hoogte hield van zijn strijd met de ziekte. Hij werd vorige week dankzij Jochem Myjer zelfs trending topic op Twitter, nadat de komiek de hashtag #goedemorgenhans (en later op de dag #goedemiddaghans) had gelanceerd, om Nijhof een hart onder de riem te steken. Nijhof overleed dit weekend – de tweet van zijn weduwe Karolien werd massaal gedeeld.

Arnon Grunberg berichtte in een recent stuk in De Standaard over zijn reis door Amerika met zijn (zwangere) vriendin Roos, met wie hij vlak voor vertrek de relatie had uitgemaakt. Hij schrijft: ‘De reis was ook een manier, zoals Roos het noemde, ‘om de rouw om een verloren relatie en een kindje dat op het verkeerde moment kwam, vorm te geven’.’ Rouw en (verlies van) liefde, in een dialoog met de lezer.

Toen Thé Lau door kanker werd getroffen, besloot hij op afscheidstournee te gaan: de optredens werden zegetochten, hij vond op latere leeftijd de erkenning die hem daarvóór onvoldoende was toebedeeld. De open manier waarop hij over zijn ziekte sprak bij RTL Late Night was daarnaast een hart onder de riem voor veel kijkers: hij zette de dialoog in werking. Maar ik herinner me ook dat ik na een optreden in juni 2014 in de Ancienne Belgique in Brussel op het trottoir stond, bij de rokers, en dat Thés zoon Max me toevertrouwde er moeite mee te hebben dat hij zijn (anticiperend) verdriet moest delen met de bezoekers van het concert.

Deze publiek gedeelde rouw herbergt inderdaad het gevaar in zich dat relatieve buitenstaanders, vermomd als fans, als een soort collectieve wethouder Hekking voor de rouwende inner circle gaan staan – een vorm van rouwkolonialisme. Iets soortgelijks komt ook naar voren in de documentaire Het verdriet van Nederland, over de ramp met de MH17, waarin iemand zegt: ‘Mijn rouw is niet meer van mijzelf, het is een publieke rouw geworden.’

De Britse schrijver Patrick West is ronduit cynisch in zijn studie Conspicuous Compassion en beticht zo ongeveer iedereen die een bloem of teddybeer meeneemt naar een plek van rouw van grief tourism of thanatourism (thanatos = dood, doodsdrift), met als voornaamste doel te tonen hoe betrokken je bent, een goed en deugend medemens.

Darian Leader, auteur van Het nieuwe zwart, bestrijdt deze visie: ‘In dat soort gevallen over hysterische menigten spreken, is volkomen onterecht. Cynici beweren dat de tranen van deze mensen niet ‘echt’ zijn. Maar dat idee berust op een misvatting: het gaat er niet om dat deze mensen huilen vanwege de bekende overledene, maar dat dit publieke rouwbetoon het mogelijk maakt te huilen om hun eigen verlies.’

Het lijkt me de grote verdienste van Nick Cave dat hij met Conversations with Nick Cave, zijn tournee waarbij hij publiekelijk in gesprek gaat met bezoekers, de genoemde rouwdialoog in werking laat treden. De aanwezigheid van andere rouwenden brengt onze eigen rouw op gang, en de identificatie met Cave zorgt niet alleen voor empathie met de door verlies getroffen zanger, maar vooral voor empathie met onszelf, onze verliezen, de gaten in ons bestaan.

Bij Conversations gaat het Cave eerst en vooral om persoonlijke groei, hoe je door verlies een ‘tweede leven’ kunt opbouwen, een leven met meer empathie, meer compassie. Het gaat dus niet alleen om rouw, er komen allerlei andere onderwerpen aan bod: het zijn, zoals hij ergens zegt, ‘experimenten in verbinding’. Maar het lijkt me toch ook dat Nick Cave, net als Thé Lau en Joan Didion (die ontmoetingen met lezers, tijdens signeersessies, als louterend heeft ervaren), zijn publiekelijk gedeelde rouw inzet om (weer) met de wereld te kunnen communiceren in de fysieke zin: direct contact, in dialoogvorm, en niet louter als afzender van literatuur of muziek.

Het is voor iedereen de kunst om deze dialoog gaande te houden en de rouwarbeid permanent te maken, in die zin dat acceptatie van verlies en verzoening met een deel van het zelf dat bestond in relatie tot het verloren gegane ‘object’ (niet alleen door sterven, maar dus ook door scheiding, of vervreemding) tot stand wordt gebracht. Dit alles in het besef dat rouw en verlies wezenlijk onderdeel uitmaken van ons bestaan en dus geen fasen of stadia zijn, sterker: dat ons leven vanaf onze geboorte in het teken staat van anticiperend verdriet en separatie, ingeluid door het afscheid van de moederborst.

Wie zich schaamt voor zijn verliezen, trekt zich terug uit de wereld en faciliteert daarmee de ander: die is allang blij geen hulp te hoeven verlenen. Het verklaart ook waarom we makkelijker publiekelijk rouwen (om een ons ontvallen acteur, politicus, muzikant of lid van het koningshuis): die hoeven we niet in de ogen te kijken of aan te spreken, daar is geen dialoog mee, daar hoeven we alleen onze eigen verliezen op te projecteren. We hechten ons verdriet publiekelijk aan de wereld (in voetbalstadions, in concertzalen, bij stille tochten en openbare gelegenheden tot afscheid nemen), maar vergeten dat velen privé overmand worden door schaamte, en huis en haard niet durven te verlaten om de ander niet tot last te zijn of zielig te worden gevonden. Want dat is misschien wel de ultieme schaamte: de ander niet in verlegenheid willen brengen met onze verliezen.

Van Auschwitz-overlevende Jean Améry verscheen postuum een bundel nagelaten essays, met de veelzeggende titel Weiterleben – aber wie? In de documentaire One More Time with Feeling, gemaakt na Arthurs dood, proberen Nick Cave en zijn broze echtgenote Susie Bick een antwoord op die vraag te vinden.

Ook in Conversations with Nick Cave kan die vraag – die ons allemaal bezighoudt, op enig moment in ons leven – aan bod komen, of niet. Het maakt Conversations tot zo’n sterk en onvoorspelbaar concept, als openbare variant van de groepstherapie: je kunt vragen stellen, je kunt vragen ook niet stellen, en alleen maar luisteren mag ook.

Volgens mij is dit het antwoord op Amery’s vraag: een leven heeft alleen zin in een dialoogvorm of, zoals Cave zijn Conversations noemt, als ‘een experiment in contact maken’. Dit sluit ook aan bij wat Van Dantzig de grootste drijfveer van de mens noemt: erbij willen horen, bij een groep, bij de wereld.

Bij een ander mens, ook.

De rouwende is niet gebaat bij laffe dienstverlening. ‘Bel me als je me nodig hebt’ is wel het laatste wat de rouwende wil horen – hij wil gebeld worden, gehoord worden, gezien, aangeraakt, het contact met de wereld herstellen. Breek dus door de wetten van het ongemak heen, neem zelf het initiatief, bel zelf, ga het gesprek aan – privé en publiekelijk. Laat de levenskracht – het levensdoel – van Nick Cave ons tot voorbeeld zijn, en laten we zonder angst de dialoog met onszelf en de ander aangaan.

Roep naar ze, praat met ze: met de doden, maar ook met de levenden.

 

 

Dit artikel verscheen op 21 mei 2019 in De Volkskrant

Vertaling fragment Nick Cave op The Red Hand Files: Caspar Wijers

 

10 ONMISBARE BOEKEN OVER ROUW

1. Philippe Ariès – Western Attitudes toward Death

2. John Bowlby – Attachment

3. Joan Didon – The Year of Magical Thinking

4. Sigmund Freud – Rouw en melancholie + Vergankelijkheid

5. Geoffrey Gorer – Death, Grief and Mourning

6. Akhtar Kanwal (red.) – Bereavement

7. Elisabeth Kubler-Ross – Over rouw

8. Darian Leader – Het nieuwe zwart

9. C.S. Lewis – A Grief Observed

10. Sogyal Rinpoche – Het Tibetaanse boek van leven en sterven

 

25 NEDERLANDSE ROMANS EN MEMOIRS EN NON-FICTIE OVER ROUW

1. Alex Boogers – Het waanzinnige van sneeuw

2. Jelle Brandt Corstius – As in tas

3. Ellen de Bruin – Onder het ijs

4. Boudewijn Büch – De kleine blonde dood

5. Renate Dorrestein – Een hart van steen

6. Anna Enquist – Contrapunt

7. A.F.Th van der Heijden – Tonio

8. A.F.Th. van der Heijden – Asbestemming

9. Kristien Hemmerechts – Taal zonder mij

10. Manu Keirse – Helpen bij verlies en verdriet

11. Mensje van Keulen – Olifanten op een web

12. Judith Koelemeijer – Hemelvaart

13. Karin Kuiper – Je mag mij altijd bellen

14. Femke van der Laan – Stad vol ballonnen

15. Karel Glastra van Loon – Ongeneeslijk optimistisch

16. Johan Maes & Henriëtte Modderman – Handboek rouw, rouwbegeleiding, rouwtherapie

17. Nicolaas Matsier – Gesloten huis

18. Monica van Paemel – De eerste steen

19. Connie Palmen – I.M.

20. Connie Palmen – Logboek van een onbarmhartig jaar

21. Petra Possel – Vrouw in de rouw

22. Antoinnette Scheulderman – Dan neem je toch gewoon een nieuwe

23. P.F. Thomèse – Schaduwkind

24. Coen Verbraak – De achterblijvers

25. Jan Wolkers – Een roos van vlees

 

25 INTERNATIONALE ROMANS EN MEMOIRS EN NON-FICTIE OVER ROUW

1. Mitch Albom – Tuesdays with Morrie

2. Lisa Appignanesi – Alledaagse waanzin

3. Julian Barnes – Hoogteverschillen

4. Roland Barthes – Rouwdagboek

5. Piedad Bonnett – Wat geen naam heeft

6. Joan Didion – Blue Nights

7. Hope Edelman – Motherless Daughters

8. Dave Eggers – A Heartbreaking Work of Staggering Genius

9. William Faulkner – As I Lay Dying

10. Jonathan Safran Foer – Extremely Loud & Incredibly Close

11. Sandra Gilbert – Death’s Door: Modern Dying and the Ways We Grieve

12. Francisco Goldman – Zeg haar naam

13. David Grossman – Een vrouw op de vlucht voor een bericht

14. Helen Macdonald – H is van Havik

15. Javier Marias – De verliefden

16. Lisa Moore – Februari

17. Joyce Carol Oates – A Widow’s Story

18. Max Porter – Grief is the Thing with Feathers

19. Emily Rapp – Het roerloze punt van de wentelende wereld

20. Philip Roth – Patrimony

21. Sheryl Sandberg – Option B

22. Elizabeth Smart – By Grand Central Station I Sat Down and Wept

23. Cheryl Strayed – Wild: From Lost to Found on the Pacific Crest Trail

24. Cheryl Strayed – Tiny Beautiful Things

25. Anya Yurchyshyn – My Dead Parents

 

5 X POËZIE OVER ROUW

1. Anna Enquist – De tussentijd

2. Jack Gilbert – Refusing Heaven

3. Bert Schierbeek – De deur

4. F. Starik – De eenzame uitvaart

5. Kevin Young (red.) – The Art of Losing: Poems of Grief and Healing

 

10 SERIES EN DOCUMENTAIRES OVER ROUW

1. After Life

2. Dead to Me

3. One More Time with Feeling

4. De achterblijvers

5. MH17: Het verdriet van Nederland

6. How to Die in Oregon

7. The Undertaking

8. Life Itself

9. Sharp Objects

10. Sorry for Your Loss

 

10 FILMS OVER ROUW

1. Rabbit Hole

2. Three Colors

3. The Big Chill

4. The Lovely Bones

5. 21 Grams

6. Life Is Wonderful

7. Babel

8. Things We Lost in the Fire

9. Welcome to the Rileys

10. A Single Man

 

5 ONLINEHULPGROEPEN EN -SUPPORT

1. modernloss.com

2. griefdialogues.com

3. whatsyourgrief.com

4. facebook.com/GriefSpeaksOut

5. rouw.nl