Lebowski stuff

Briefje aan Lili

Briefje



Beste Lili,

Men zegt weleens: er is een groot verloop bij Lebowski onder de uitgeef-assistenten.
Daarmee suggererende: die zullen allemaal wel slecht behandeld worden en na twee jaar gillend gek weglopen.

Van je voorgangster, Selin Kuscu, kreeg ik bij afscheid een fraai tegeltje, met daarop de spreuk:

Bekijk je baas
Niet als baas
Maar als een goede vriend
Die altijd gelijk heeft

Ik schreef haar: dat lijkt me een correcte observatie.

Want waarom zou iemand die altijd gelijk heeft, niet ook een goede vriend kunnen zijn?

Ik zie het zo.

Iemand die na twee jaar nog niet vertrokken is als uitgeef-assistent, is eigenlijk geen knip voor de neus waard: het is tijd om de vleugels uit te slaan, om de reis die het leven is, volgens Paulo Coelho, aan te vangen, desnoods met Ryan Air.

Je leert alles in die twee jaar, meer dan je ooit van je ouders, vrienden, geliefden of vijanden hebt geleerd.
Meer dan je in de toekomst van iemand anders zult leren. En met niemand bedoel ik: niemand.
Eigenlijk ben je na die twee jaar klaargestoomd om anderen te onderwijzen, maar daarover meer, later.

Want jij weet nu:

Hoe je altijd op zoek moet naar het eigene in jezelf.
Hoe je niet te snel tevreden moet zijn in het leven.
Dat je altijd hoog moet reiken.
Dat falen prachtig is, mits je prachtig faalt.
Dat streven naar perfectionisme een kansloze zaak is.

Jij bent iemand met vele kwaliteiten, waarbij je vermogen om dingen te organiseren – events, feestjes, borrels – en om de uitgeverij soepel te laten te marcheren – als kruipolie in het systeem – door iedereen erkend en gewaardeerd wordt.

Je bent stressbestendig, ook als de techniek soms hapert, je bent niet snel uit het veld geslagen, je bent uitermate prettig in de omgang, en je glimlach doet je omgeving smelten – indien nodig.

Twee dingen zijn me de laatste twee jaar opgevallen.

Je houdt niet van verrassingen, niet van verandering van plannen.

Als ik iets wil veranderen – een tekst, de volgorde bij een event, een plan – dan leg je mij altijd uit waarom dat geen goed idee is.
Niet omdat je mijn plannen niet goed vindt, want dat zijn ze, dat is algemeen bekend.
Het is niet omdat je lui bent of lijdt aan de neiging tot insubordinatie, dat is het ook niet.
Er zit iets weigerachtigs in jou, iets onverwoestbaars, iets krachtigs, en juist dat maakt dat ik je heb leren waarderen de afgelopen jaren.

Ik ken niemand die het zo vaak – en dan ook nog zonder valide argumenten – met me oneens is als jij.

Ja, maar…

En dan komt er een tegenargument, dat verrassend weinig te maken heeft met mijn vraag, om iets aan te passen, te veranderen, te corrigeren.
Je kunt dat redelijk overtuigend brengen, maar je maakt een grote fout.
Dat zijn de twee woorden: ja, maar…
Zonder die woorden krijgen je argumenten veel meer zeggings- en overtuigingskracht – geloof me, en doe er je voordeel mee bij je volgende baan, een carrière in het taalonderwijs.

Je bent er klaar voor: onderwijzen.
Je bent uitgeleerd, nu is het tijd om leerlingen te kweken en te begeleiden, de persoon te worden die anderen wat leert in het leven.

En het tweede wat me is opgevallen, vraag je je af?

Dat heeft met het bovenstaande te maken.

Ik heb je ooit betrapt, en dat was een van mijn meer gelukkige momenten in onze verstandhouding.
Je gezicht toen ik je aantrof met een goede bekende, een wederzijdse kennis zal ik maar zeggen, in een lokale bioscoop: je had het zo goed geheim gehouden, niets gezegd, niets verklapt, het gevoel onderdrukt, en nu was je ontmaskerd – een schitterend gezicht.

Zelden zag ik de mens kwetsbaarder in deze Amsterdamse bioscoop, in willekeurig welke bioscoop mag ik wel zeggen.
Kwetsbaar niet in de zin dat je emotioneel gevloerd was, maar omdat je wist: hier kan OvG nog jà¡à¡à¡ren mee vooruit: grapjes, flauwe opmerkingen, running gags.

Misschien is toen de kiem van je vertrek ontstaan: is de leerling op dat moment leraar geworden.

Het ga je goed, Lili!

Sampai jumpa,

OvG

PS Doe de groeten aan je vader: ik zal zijn saté missen op onze zomerfeesten.