Lebowski stuff

Leve Joop Massaker! Over het debuut van Cornelis Bastiaan Vaandrager

Voorwoord



Leve Joop Massaker. 

Leve Joop Massaker. 

Leve Joop Massaker!

    

Zo vrolijk geluimd als Cornelis Bastiaan Vaandrager in 1960 in boekvorm de Nederlandse letteren binnenviel, met die vreemde, ontregelende en vrolijke titel Leve Joop Massaker, zo triest en onttakeld zou hij de letteren verlaten: in 1992 stierf hij eenzaam en berooid, verward en uitgeput, in een Rotterdams ziekenhuis. In de 32 jaar daartussen (en ook daarvoor, want Vaandrager maakte al in de jaren vijftig zijn debuut in tijdschriftvorm) maakte Vaandrager furore als dichter, romancier, journalist én als literator: hij stond aan de wieg van Ik Jan Cremer (hij zou aanvankelijk de redacteur zijn die in juni 1963 het manuscript persklaar zou maken, maar persoonlijke omstandigheden zorgden voor vertraging, voor Cremer reden het manuscript over te dragen aan De Bezige Bij), want in 1962 debuteerde Cremer met het verhaal ‘Operatie Kogelwond’ in Gard Sivik, het tijdschrift dat Vaandrager, Armando, Verhagen en Sleutelaar runden. In 1961 verscheen bij de Zaanse drukkerij Heijnis al Serpentina’s Petticoat, het officiële debuut van Jan Wolkers, als deeltje in de Gard Sivik-reeks.

Wolkers en Cremer, voorwaar, geen slechte score!

Tijdschrift Gard Sivik, journalistiek, De Nieuwe Stijl, Zero, monumentale gedichten, geprezen verhalen, trendsettend qua looks (de leren broek!), een voorbeeld voor de ‘botsende jeugd’: C.B. Vaandrager was een man die er toe deed in de jaren zestig.  

CBV is pas in de jaren zeventig ontspoord door een giftige cocktail van dopegebruik en jaloezie, paranoia en rancune, en het beeld van ‘Vaan’ als op straat rondscharrelende speedfreak willen wij – koning in de muziek en dude in de letteren – graag corrigeren: Cor Vaandrager was immers zo veel meer, een man met een tomeloos gevoel voor humor, behept met talent voor messcherpe observaties (vaak vervat in oneliners), oor en oog voor wat leeft op straat, pionier in de letteren, vernieuwer (De Hef en De reus van Rotterdam kennen als ontluisterend openhartige collageromans hun weerga niet in de Nederlandse literatuur) en inspirator. Bovendien maakte hij eind jaren tachtig een comeback die resulteerde in de dichtbundels Metalon en Sampleton waarmee hij nog altijd voorop bleek te lopen.

Leve Joop Massaker!

Waarom Vaandragers debuut, bij verschijning geprezen en vergeleken met Reve’s Werther Nieland, niet het startschot is geworden voor een zegereeks, een aaneenschakeling van succesvolle romans en bundels – wij weten het niet. Of eigenlijk weten we het wel, want er stonden drie mannen in de weg van een onmetelijk succes.

Allereerst werd de prozaïst Vaandrager in 1964 finaal omver geblazen door Jan Cremer, wiens debuut alle aandacht en verkoopaantallen opeiste.

Ten tweede was daar de dichter Hans Verhagen, na ballotage door Vaandrager zelf Gard Sivik binnengehaald, die hem voorbij snelde met de lovend ontvangen en goed verkochte dichtbundel Rozen & motoren (Vaandragers eigen debuut, in 1961, getiteld Met andere ogen, was nogal klassiek van opzet en zou het qua zeggingskracht niet halen bij de latere bundel Gedichten, die in 1967 verscheen).

Vaandrager, tenslotte, was zelf zijn grootste tegenstander. Hij publiceerde mondjesmaat, was verwikkeld in uitputtingsslagen met uitgevers die hem het publiceren juist beletten en geraakte, onder invloed van speed, steeds verder van zichzelf en een coherent schrijverschap verwijderd. In de jaren zeventig sloeg hij terug met de twee bovengenoemde romans, maar die bleven bij een eerste druk steken.

A writer’s writer.

Maar nu, 52 jaar later, is het welletjes geweest. Het is tijd voor een grootse Vaandrager revival, het is tijd dat het fenomeen zijn plaats krijgt in de canon van de Nederlandse letteren. Om te beginnen dus met de heruitgave van Leve Joop Massaker, Vaandragers ontroerende debuutroman (novelle eigenlijk) over de vriendschap van de hoofdpersoon met ‘de jongen met het mes’.

Over het hoe en waarom van dit boek, daarvoor verwijzen wij u graag naar het uitstekende artikel ‘Vaandrager tussen onschuld en obsessies’ van Peter Bulthuis, verschenen in de kloeke bundel ROTTERDAM, die gelijktijdig met Leve Joop Massaker en het overzichtsboek Gehavende stad (over vijftig jaar underground in muziek en literatuur in Rotterdam, met CBV als rode draad door het boek) bij Lebowski Publishers is verschenen. Bulthuis vergelijkt de verschillende versies van de novelle. Wij hebben gekozen voor de versie uit 1963 (en dus niet voor die uit 1960, het officiële debuut), waarin de hoofdpersoon niet langer Casper Benjamin Lampe heet, maar Cornelis Bastiaan Vaandrager, en dat geschreven is in de onvoltooid tegenwoordige tijd (en niet langer in de onvoltooid verleden tijd). Bovendien is Vaandrager – inmiddels meer onder invloed staand van ontluikende Nieuwe Stijl-ideeën – met de stofkam door de tekst gegaan: de zinnen worden korter, de taal harder en directer.

Grappen? Rotstreken!

Drinken? Zuipen! G

eslacht? Stijve!

Braaksel? Kots!

Bovenlijf? Tieten!

Rotterdamser, zou je kunnen zeggen.  

Waarom toch, is Leve Joop Massaker zo’n magisch boek? Is het omdat vrijwel iedereen – man, vrouw – in zijn/haar jeugd een voorbeeld kende, vaak een slecht voorbeeld, een afschrikwekkend voorbeeld, maar toch ook, en vooral daarom, een zeer aantrekkelijke spiegel, een eerste voorproefje van Het Verbodene? Sommige mensen hebben nu eenmaal talent voor overtreden, afwijken, over grenzen heen gaan.

Kennen we niet allemaal een jongen met een mes?

Leve Joop Massaker is een boek over een leven dat nog voor ons open ligt, hoopvol en huiveringwekkend, beloftevol, een leven gekenmerkt door verzenuwde spanning: we weten nog niet hoe het allemaal moet, hoe het werkt, wie we zijn, hoe we ons moeten gedragen, tot anderen moeten verhouden, tot de andere sekse, de eigen sekse.

Het is ons nog niet deelgevallen: eeuwige vriendschap, liefde, erotiek.

Wat we wel hebben zijn woorden, pure woorden, woorden zonder opsmuk, geschreven indachtig Vaandragers levensvisie, gebeiteld in diens credo: het ongewone in gewone woorden schrijven. Het zijn deze gewone woorden, geschreven door een man die steeds gewoner (steeds meer fonetisch, steeds dichter op de taal van de straat, met zijn herhalingen, halve zinnen, gemompelde woorden, slang en ratjetoe van talen) probeerde te schrijven, die ons ontroeren, die wij verkiezen boven de verheven, geëxalteerde taal van hen die nu juist het gewone proberen te zeggen in ongewone woorden.

Daarom, dus.

Leve Joop Massaker!  

 

Graag sluiten wij af met enkele woorden van 25 jaar geleden, van een jonge en onbevangen Kees de Koning, toen nog niet de platenbaas die hij nu is, maar wel al hardcore Vaandrager fan. Hij schreef onderstaande tekst voor de pagina "Zanzibar" in dagblad Trouw, op 14 januari 1987, vijftien jaren oud.  

Gedicht van twee woorden kan ook literatuur zijn 

Mijn docenten Nederlands hebben een geijkte mening over de vraag wat literatuur is. Zo had ik vorig jaar een verslag ingeleverd over een boek van C.B. Vaandrager. Ik vind hem de beste Nederlandse schrijver. De lerares vertelde mij dat ik beter een boek van Harry Mulisch, Marga Minco en ga zo maar door kon lezen, want voor Vaandrager vond ze me nog te jong.

Een jaar later kreeg ik een nieuwe lerares Nederlands. Ik hoopte mijn grote Vaandrager liefde bij haar niet te hoeven onderdrukken. Maar toen ik een van zijn gedichtenbundels onder haar neus duwde met de mededeling dat ik hier een boekverslag van ging schrijven, zei ze dat ik me er makkelijk van af wilde maken. Vaandragers gedichten bestaan meestal maar uit enkele woorden. Dat een paar zinnen soms meer kunnen betekenen dan de zeeën tekst, die bijvoorbeeld Slauerhoff produceerde, was haar schijnbaar niet bekend.

Cornelis Bastiaan Vaandrager (1935-), geboren en getogen te Rotterdam-Zuid, ontmoette op de Kralingse Jazz Club Hans Sleutelaar. Met hem schreef hij gedichten in de tijd dat ze eigenlijk in de schoolbanken moesten zitten. Na het gymnasium gingen ze beiden de reclame in. Samen met Armando en Hans Verhagen voerden ze de redactie over Gard Sivik, een literair tijdschrift, en met zijn vieren richtten zij ‘De nieuwe stijl’ op. Dit is een groep die de zogenaamde ‘Totale poëzie’ schrijft. De teksten worden op straat gevonden uitspraken, folders, enzovoort. Bijvoorbeeld genade genade. Vaandragers debuut Leve Joop Massaker (1960) werd met uiteenlopende kritieken ontvangen. Daarna verschenen meer bundels, totdat de uitgever in 1976 een bundel aankondigde die niet verscheen. Er volgde een stille periode van tien jaar. Een misdrijf werd gevreesd, want de schrijver zat diep in de onderwereld. En toen verscheen in het najaar van 1986 opeens een nieuwe bundel. Vaandrager had na tien jaar met drugs geworsteld te hebben, de pen weer ter hand genomen. Twee weken geleden hield hij een voordracht in Paradiso. Dat wilde ik natuurlijk niet missen en wie was daar ook? Mijn lerares Nederlands! Het is haar nu wel duidelijk dat ik wel degelijk in de literatuur geïnteresseerd ben en dat ik Vaandrager niet gebruik om dwars te liggen.

Cornelis (Bastiaan) de Koning  

 

En ook, Oscar van Gelderen  

November 2012, voorwoord bij de heruitgave van Leve Joop Massaker door Lebowski Publishers en Top Notch